MEDISCHE MISSIEZUSTERS
DE MEDISCHE MISSIEZUSTERS
Op 3 juni 1935 overleed Frans Schepens in Brussel. De erfgenamen boden het bezit in Heerlen te koop aan. De gebroeders Boormans, woonachtig op de ‘Noorderhoeve’, kochten de villa met tuin plus de ‘Zuiderhoeve’. Naar verluidt kochten zij ook de Benzenraderhof met delen van het Imstenraderbos. Toen zij trachtten het bos te gaan kappen en het hout te verkopen, greep de gemeente Heerlen in. Zij wilde dit hellingbos beschermen en als recreatiebos gaan openstellen. Hiertoe kocht men Benzenrade aan. Villa Imstenrade bleef leeg. De gebroeders Boormans wachtten op een koper. Dat was niet makkelijk in de economisch moeilijke jaren 1930. De congregatie van de Medische Missiezusters, Society of Catholic Medical Missionaries of Medical Sisters Congregation (MMS), werd opgericht door Anna Maria Dengel. Deze Oostenrijkse arts vertrok in 1920 naar Rawalpindi, nu Pakistan. Daar werd ze getroffen door het lot van moslimvrouwen die niet door mannelijke artsen geopereerd mochten worden.
Vrouwelijke artsen waren er niet of nauwelijks. In 1925 richtte ze met een aantal gelijkgestemde vrouwen de congregatie op in Philadelphia, Verenigde Staten. Pas in 1935 werden de vrouwen officieel door Rome erkend als congregatie. Nu konden jonge vrouwen na een noviciaat de geloften afleggen en intreden: de congregatie kon gaan groeien. In de jaren 1930 sloot de eerste Nederlandse zich bij de Missiezusters aan, en in 1939 werd de Nederlandse afdeling opgericht. Niet alleen richtten de Medische Missiezusters zich op ziekenverzorging van vooral vrouwen in Azië, Afrika en Zuid-Amerika, later werden ook preventie en voorlichting belangrijk. Onder het motto ‘Helend aanwezig zijn’ werden ook ecologische projecten opgezet.
In november 1939 vestigden de zusters zich te Heerlen in een huis aan de Caumerbeeklaan. Dat werd al snel te klein. De zusters lieten hun oog vallen op Imstenrade. Zij kregen hulp van een weldoenster uit Brussel en in september 1940 verkochten de gebroeders Boormans, eigenaars van de beide hoeven Imstenrade, huis en tuin Imstenrade ten behoeve van de zusters. Imstenrade lag aantrekkelijk dicht bij de katholieke opleiding voor verloskundigen van de stichting ‘Moederschapszorg’, beter bekend als de Vroedvrouwenschool op de Hooghees. De Medische Missiezusters legden zich ook toe op de geneeskundige zorg rond zwangerschap en bevalling, en een aantal van hen volgden de opleiding op de Hooghees. Bij het bombardement van Aken in de nacht van 14 op 15 juli 1943 werd de villa getroffen door één of meerdere brandbommen. De spitstoren stond als een fakkel in de nacht en toen het omviel vergrootte het de ravage op het dak. Na een provisorisch herstel bleef het pand zonder dak. Het huis moest ontruimd worden en de Medische Missiezusters woonden een jaar lang in het Patronaat op de Molenberg.
In 1946 verrees even verder op het terrein een houten kapel, gevolgd door enkele woonbarakken. In 1953 werd onder leiding van architect Swinkels begonnen aan de bouw van een klooster, gevolgd door een kapel en een ziekenafdeling. Pas in 1954 werd het dak hersteld, maar in gewijzigde vorm. De muren werden opgehoogd, waardoor er een etage (mezzanino) bijkwam. Dit was ongetwijfeld voordelig voor de Missiezusters die om extra ruimte verlegen zaten. Het gecompliceerde dakwerk van weleer werd door een eenvoudiger vervangen. Het ranke en hoge spitstorentje, ooit van grote afstand zichtbaar, werd niet herbouwd. Deze verbouwing bracht een verandering van proporties en het sobere dak deed het pand een deel van de voormalige gratie verliezen. In 1983 lieten zij ook een inpandige lift installeren. In 1987 werd het complex onder opschortende voorwaarden verkocht aan het echtpaar Klinkers-Spreksel. Toen de laatste zusters met pijn in het hart hun geliefde villa Imstenrade verlieten, betrok het echtpaar met hun kinderen het pand in 1995. Zij verwijderden waar mogelijk de ingrepen die de Zusters in het pand hadden gedaan. Wordt ook ooit eens het dak met kenmerkende ranke spitstoren in ere hersteld?
De overige kloostergebouwen op het terrein hebben een nieuwe bestemming gevonden als asielzoekerscentrum en worden verhuurd aan het COA.